HomePage
Joop
Olminkhof



genealogie /
stamboom-
onderzoek









"Hof thon
Alvinchove".
A.D. 1188
Uit deze
erfnaam
is de familienaam
Olminkhof
ontstaan.

*********

Variaties op
en het jaartal
waarin het
voorkomt

Alvenchove
1249

Alvengchove
1269

Alvinchoff
1466

Ollinck haeven
1637

Oelinchoff
1642

Ohelinckhoff
1646

Ohlinckhoff
1646

ten Alinckhave
1653

ten Allinckhof
1653

Olminckhoff
1654 – 1685

Ollinchoff
1663

Ollonckhoff
1663

Olinghof
1675

Olinchove
1677

ten Ollinkhof
1688

Olmelinckhoff
1693 – 1698

ten Olmelinckhoff
1699 – 1719

Olinchof
1723

Olmijnkhoef
1773

Ormelinkhoff
1796 –1805

Olmerinkhof
1832

1360 Beka en
haar zoon
Gerhardus thon
Alvinchove
uit de horigheid
ontslagen.

1376 Gerhardus
Almynckhof
Priester in het
bisdom Münster.

1393 Peter
Alvinchove
in de stad Grol.

1446 Gert Scult ten
Olvinchave
kerkmeester in
Eibergen.

1452 Henrich
ten Aelminchove
en zonen beloven
dat zij Jonket Otto
Heer to Bronchorst
en Borclo niet meer
zullen hinderen in
zijn visscherij in
de stadsgrachten
van Grol.

1452
Enghelbert ten
Aelvinchove en
Henrick ten
Aelvijnchave
zijn schepen
te Grol.

1495 Maria,
schenkin van
erfpacht, vrouwe
van het convent
van Vreden, geeft
aan Frerick van
Brunckhorst,
Heer tho Borclo,
haar hofhorig
Maricken toe
Alynchave dogter
Johan en Gese ten
Alynckhave
geboren
van het erf
Alynchave in
het kerspel
van Eyberge.

1545 Willem
ten Olinckhave
burgemeester
en stadhouder
te Lochem van
1607 – 1630.

1630 huwelijk
te Neede van
Essele ten
Ollinchove en
Gerrit N.N.

1674 Gedoopt
te Neede, Maria
dochter van
Catharina
Oldingshoffs
en van
Johan Binshorts.

1702 Jan Muller alias Loessinckkate
en Trijntjen
Olminkhof,echtpaar.

1706 Fenneken
Ollinkhof trouwt
met Harmen Becker.



"Die zijn voorgeslacht niet eert, is zijn eigen naam niet weert".
GenealogieHomepage
van
Dhr. Joop Olminkhof

meer dan 50 jaar erkend stamboomzoeker!


De heer Olminkhof is DE deskundige van genealogie (stamboomonderzoek) in Wehl. Met zijn ruime ervaring en kennis heeft hij menigeen op weg geholpen. Misschien kan hij u verder helpen met het uitpluizen van uw stamboom.

Neem contact op per e-mail:
j.olminkhof@hetnet.nl.
Internet-adres: http://jump.to/joopolminkhof

Klik hier voor mijn genealogische levensloop.
Klik hier voor mijn kwartierstaat.
Klik hier voor Joop van de Jonge Scholte.
Klik hier voor Hof Thon Alvinchove.


Klik hier voor de genealogie-homepage in Wehl Digitaal.
Link naar Macatawa Bay Area , History and Heritage by Luann Hughes De Vries
Link naar http://www.rootsweb.com



Ik ken een gedicht van de Gelderse dichter Staring
en met de woorden van dit gedicht voel ik mij zeer verbonden,

"Ik ben uit Geldersch bloed!
Opregt is mijn gemoed;
Aan eenvoud heb ik lust;
Met pragt en weeld komt zorg;
Genoegzaamheid baart rust."


(Dichter A.C.W. Staring)



Wehlenaar Joop Olminkhof halve eeuw genealoog
'Van houten schrijftafel tot internetsite'

Door Henk Harmsen Bron: Gelders Dagblad, zaterdag 22 januari 2000 
WEHL - Joop Olminkhof uit Wehl heeft dit jaar een bijzonder feit te vieren. Hij blikt terug op een halve eeuw stamboomonderzoek. Een uniek feit, want in 1950 was het aantal genealogen uit de Achterhoek nog op één hand te tellen. Er is haast geen terrein te bedenken waar de veranderingen sindsdien zo groot waren. En hij ging daarin mee; begonnen aan een houten schrijftafel heeft Joop nu via internet contact met collega-onderzoekers over de hele wereld. Voor hem is genealogie van hobby tot levenswijze geworden.

De 68-jarige Olminkhof herinnert zich nog precies wie de stamboomonderzoekers van destijds waren. Eerbiedwaardige heren waren het: meester Stegeman uit Winterswijk, kantonrechter Steenbergen en drukker Banning uit Groenlo en de heer Schimmelpenninck uit Zutphen. Dat was het dan. En nu zijn het er vele honderden.
Het begon allemaal toen Joop, destijds pas achttien jaar, thuis in Eibergen op een zondagmiddag op zolder oude notitieboeken vond van zijn bet-overgrootvader van vóór 1800. Hij ging ermee bij de houtkachel zitten (de kolen waren nog op de bon) en genoot. Deze voorvader Gerrit Olminkhof bleek niet alleen dingen over zijn eigen familie en boerenbedrijf te hebben genoteerd, maar ook over kerkelijke zaken e.d. De boeken, die hij nu als kostbaarheden koestert, maakten Joop alleen maar nieuwsgieriger, hoe meer hij er in las. Wie waren deze mensen en hoe leefden ze? Hij besloot dat verder te gaan uitzoeken.

Bidprentjes
De eerste bronnen waren thuis de trouwboekjes. Ook was er nog een doos vol oude bidprentjes, die later helaas verloren zijn gegaan. Hij mocht ook in de parochieboeken van Eibergen kijken, doordat vader kerkmeester was. Dat was een hele eer, maar: meneer pastoor bleef erbij.
De volgende gang was naar het Rijksarchief in Arnhem. De Gelderse hoofdstad was nog nauwelijks bekomen van de bombardementen. De leeszaal in het Rijksarchief was een kale ruimte met een enorme witte muur. Het archief was enkele malen per week 's avonds open. Je zat er met twee of hoogstens drie man op vooroorlogse bureaustoelen aan houten tafels. Je kreeg van alles nog de originele stukken.
"Van enige systematiek in mijn onderzoek was geen sprake. Ik vroeg gewoon alles van Eibergen aan en schreef als een razende alles op wat me interessant voorkwam. Kopiëren was geloof ik nog niet uitgevonden. Er was destijds ook geen enkele handleiding over hoe je een onderzoek moest aanpakken."
Al gauw ontdekte hij dat veel katholieken uit Eibergen in Rietmolen (gem. Neede) door de paters van Zwillbrock waren gedoopt. Daarop werkte hij het doopboek van Rietmolen helemaal door. De Olminkhofs bleken hierin veel voor te komen, doordat ze in de reformatie de katholieke kerk altijd trouw bleven.
"De tijd in het archief was kostbaar. Je had nog geen tijd voor een boterham. Pennen, pennen en nog eens pennen tot je soms moest stoppen van de hoofdpijn." Voor de Twentse voorouders moest Olminkhof destijds naar de oude stadstoren van Zwolle. Ook bezocht hij later archieven in Brühl bij Bonn (voor de stamboom van zijn vrouw Mia) en kasteel Anholt, waar de archiefstukken van het Stift Vreden bewaard worden.

Ontheemd
Olminkhof denkt dat de enorme verbetering van de voorzieningen bij de archieven het gevolg zijn van de toegenomen vraag naar historische en genealogische gegevens, niet andersom. Die toegenomen interesse heeft volgens hem weer alles te maken met de veranderingen in de samenleving. "Boeren zaten vaak generatie op generatie vast aan huis en grond. Door de verburgelijking van de maatschappij zijn de mensen ontheemd geraakt, terecht gekomen in nieuwbouwwijken en wooncentra. Door die ontwikkeling willen steeds meer mensen toch weten waar hun wortels liggen."
In de beginjaren was het doorvlooien van telefoonboeken als manier om aan adressen van naamgenoten te komen niet aan de orde, om de simpele reden dat maar heel weinig mensen telefoon hadden. En waar vond je boeken van heel Nederland bijeen? "Nu kun je op één CD-rom zowat heel Duitsland bijeen vinden, ongelofelijk" schetst Olminkhof de veranderingen ook op dat gebied.

Joop bezocht in Didam de middelbare landbouwschool en was in Wehl in de kost bij zijn familie, Lucassen op Dorpzicht. In Wehl leerde hij ook Mia kennen. Hij wilde in Canada gaan boeren, maar keerde in 1960 met vrouw en drie kinderen terug naar Nederland. Hij werkte als expeditiechef. Vooral na 1975, toen hij ophield te werken, was de genealogie voor hem een prachtige invulling. Naast tal van publicaties her en der en uitgaven samen met anderen (Lucassen/Lukassen, Bruins) bestaat zijn levenswerk tot dusver uit de familieboeken 800 Jaar Olminkhof, 800 Years Olminkhof part 2 (voor de Amerikaanse afstammelingen) en Vier eeuwen Harbers.

Kerkmeester
Olminkhof zet de familietraditie ook voort als lector en voorganger in woord en communiediensten in de parochie Wehl. Zijn bet-overgrootvader was al kerkmeester. Daarnaast treedt hij nog op als trouwambtenaar van de burgerlijke stand.
Contact met nazaten Olminkhof in Amerika bracht hem naar de gigantische depots in Fort Wayne in Indiana, waar liefst 64 leesapparaten de bezoekers ten dienste staan.
Via internet (de club Gen Benelux) wisselt hij gegevens uit met collega-genealogen overzee. In de buurt van Vancouver zitten oud-Wehlenaar Frans van den Brink, die onderzoek doet naar de naam Hafkenscheid en Jan Kremer, die de stamboom Kremer/Cremer uit Wehl, Kilder en Zeddam uitzoekt. In Texas woont ene Robert Vanburkleo, die Borculose wortels heeft. De technische mogelijkheden zijn prachtig; zelfs liederen gaan met melodie en al via internet over en weer.
In 1997 bezocht het echtpaar Olminkhof het zuiden van Indiana voor onderzoek naar de Amerikaanse nazaten, die vrienden werden. Het resulteerde in het Engelstalige boek '800 Years Olminkhof part 2', dat ook door de Mormonen in Salt Lake City werd besteld. Zijn Canadese jaren komen Joop goed van pas, hij schrijft net zo vlug Engels als Nederlands.
Stamboomonderzoek hangt vaak af van toevalsvondsten. "Ik heb al vaak gehad dat ik voor bepaalde gegevens naar archieven ging en heel andere vond. Het is de meest verrassende hobby die je kunt bedenken." Het e-mailadres is: JJM.Olminkhof@hetnet.nl
Joop Olminkhof met de resultaten van zijn onderzoek gedurende een halve eeuw. (Foto: Hans Groene)
 




'Het is geen ziekte, ik ben ermee behept'

Door ROB VAN DER VELDEN Bron: Gelderlander, donderdag 20 januari 2000 
WEHL - Ga tegenover Joop Olminkhof zitten en je hoeft niets meer te zeggen. 'Ik hang van verhalen aan elkaar', erkent de 68-jarige Wehlenaar dan ook grif. Logisch, want wie al vijftig jaar stamboomonderzoek doet krijgt zelf ook de wonderlijkste geschiedenissen onder ogen. In 1950 kreeg het stamboomvirus hem te pakken en nog altijd graaft hij voort.

Diverse boeken heeft hij inmiddels op zijn naam staan, zoals die over zijn eigen familie (800 jaar Olminkhof) en die over zijn moeders zijde (Vier eeuwen Harbers).

Een jaar of zes geleden nog publiceerde hij het boek Van Lucas Jansen tot Jan Lucassen, 560 pagina's dik en met 900 afbeeldingen over de familienaam Lucassen. 'Ja, want als ik iets doe, doe ik het ook goed hè', vertelt Olminkhof. 'Ik ben heel secuur. Stamboomonderzoek staat of valt nu eenmaal met betrouwbaarheid.'

Het archiveren van familiegescheidenissen zit Joop Olminkhof in het bloed, al begon zijn passie puur toevallig. 'Vijftig jaar geleden dus, in de winter van 1950, vond ik op de zolder van de oude boerderij van mijn ouders een paar heel oude boeken. Op een ervan stond 'Den Ligger 1783 Gerrit Olminkhof zijn schrijfboek'.'

'Die Gerrit Olminkhof bleek mijn betovergrootvader te zijn. Hij had alles wat hij belangrijk vond in dat boek opgeschreven. Dat boeide mij zo, dat ik steeds meer wilde weten van mijn familie en steeds verder terugging in de tijd. En wat begon met de vraag, wie zijn mijn voorouders, eindigde veertig jaar later in complete boeken over de familiehistorie.'

'Ik ben er zelfs achter gekomen dat in Eibergen, waar ik vandaan kom, al in 1188 een boerderij Olminkhof was. Hofton Alvinchove om precies te zijn, maar dankzij oude stafkaarten wist ik zeker dat het onze eigen boerderij betrof.'

Voor zijn speurwerk rijdt Joop Olminkhof stad en land af. Van het rijksarchief voor Gelderland in Arnhem tot het hoofdstadsarchief van Düsseldorf. Dankzij het internet doet, de ook nog als parttime ambtenaar burgelijke stand actieve, Olminkhof de laatste jaren ook veel onderzoek vanuit zijn eigen huis.

'Via het internet kan ik met vrijwel alle instanties en mensen over de hele wereld corresponderen. Daar kon ik vroeger alleen maar van dromen. Zo bestelden via het internet de Mormonen in Amerika het boek over 800 jaar Olminkhof. Via datzelfde internet heb ik inderdaad kunnen lezen dat mijn boek daar, in Salt Lake City, nu in de bibliotheek staat.'

'Samen met mijn vrouw ben ik eind jaren zeventig ook in Amerika geweest om familiesporen na te trekken. Daar zijn we zelfs bevriend geraakt met een zeer professionele onderzoekster, Ruth Haste. Samen hebben we heel veel achterhaald over emigranten met de naam Olminkhof en de nazaten daarvan. Speciaal daarvoor heb ik mijn boek zelfs vertaald in het Engels, 800 years Olminkhof.'

Dankzij al zijn stamboomonderzoeken is Joop Olminkhof enorm veel te weten gekomen over oude werk- en leefwijzen. Zo leerde hij bijvoorbeeld het fenomeen kettinghuwelijk kennen. 'Mensen gingen vroeger veel jonger dood. Uit lijfsbehoud was het noodzaak om na het overlijden van je man of vrouw snel weer te hertrouwen.'

'Als bijvoorbeeld de molenaar overleed, trouwde diens vrouw met de knecht. Zo waren ze allebei onder de pannen. Als in dat nieuwe huwelijk weer iemand stierf trouwde de overgeblevene ook weer meteen, zodat je een dus een kettinghuwelijk kreeg. Een daarvan heeft wel 87 jaar geduurd.'

Stamboomonderzoek is volgens Joop Olminkhof ook boeiend, omdat je met bijzonder veel mensen in contact komt. Het ontstaan van een contact zal hem zijn leven lang heugen. Olminkhof: 'Ik was bezig in het

rijksarchief op zoek naar informatie over de Lucassen, de voorouders van mijzelf en van mijn vrouw, toen ik aan dezelfde tafel een vrouw hoorde praten over Wehl, Kilder en Eldrik. Ik vroeg waar ze mee bezig was en kreeg als antwoord: 'Met Lucassen'.'

De vrouw bleek ene Annemiek Lucassen uit Beek bij Nijmegen. Ze besloten de handen ineen te slaan en een stamboek over de familienaam Lucassen te maken. Olminkhof: 'Het boeit mij enorm te weten waar mensen vandaan komen, waar hun roots liggen.'

'Zo emigreerde ooit een Lucassen naar Amsterdam. Hij bouwde daar wagens en koetsen. Maar omdat zijn zoon, te tenger was voor dat werk zei hij hem: 'jij moet horlogemaker worden. Die Reinirus Lucassen kwam toen om het vak te leren terecht bij een horlogemaker aan het Simonsplein in Doetinchem. In het pand waar nu café De Bank zit.'

'Die horlogemaker daar vertelde hem na zijn opleiding naar Didam te gaan. Omdat daar nog altijd geen horlogemaker zat. En weet je, toen ik 45 jaar geleden ging trouwen kochten mijn vrouw en ik onze trouwringen bij Lucassen in Didam. Geweldig om te weten toch?'

Juist in die kleine wetenswaardigheden zit hem volgens de ware beoefenaars de kick van de genealogie als hobby. Iedereen wil graag weten wie zijn of haar verre voorouders waren, en wat ze deden. En wie ergens in de archieven een burgemeester, prins of prinses aantreft voelt zich de koning te rijk.

Zoals die Canadees die Joop Olminkhof via het internet om hulp vroeg. 'Die man heb ik onder meer kunnen vertellen dat zijn grootvader, Leo Poldus Hafkenscheid, burggraaf is geweest van het slot van Ulft. De man was zo blij dat hij per se wat terug wilde doen.'

'Ik vroeg hem mij wat pakjes tuinzaden te sturen, want mijn groentetuin is ook een hobby van mij. Daarop stuurde hij me twintig pakjes. Dus eten mijn vrouw en ik straks in de zomer groenten uit Canada.'